Vergeef je studenten dat ze niet zijn wie je verwacht had dat ze zouden zijn...
Inmiddels is alweer 26 maart, 5.45 uur. De waterkoker staat te pruttelen, de tv laat zien wat al die conferentiegangers gisteren voor nieuws hebben gemist. De aantekeningen van de opening en de eerste twee presentaties liggen te wachten. Het conferentieleven van een huisblogger laat in elk geval weinig ruimte om het allemaal op je gemak te doen. Het is net werken.
De aftrap van de conferentie maakte duidelijk dat er sprake is van twee centrale thema’s. Het officiële thema ‘Netwerken’ werd door alle sprekers (Luc Verburgh, Jan van Zijl, Marja van Bijsterveldt en Coen Free) benadrukt. Dat was niet aan dovemansoren gericht: In het netwerk van gangen werd tussen de presentaties door en na de laatste presentatie uitgebreid genetwerkt.
Met name de keynote speaker Sandy Shugarth, president van het Valencia Community College in Orlando, hamerde op het tweede thema: het draait allemaal om studenten. En niet zomaar studenten, nee elke student als uniek persoon met een persoonlijke behoefte om gekend, herkend en erkend te worden.
Zijn met muziek en poëzie omlijste presentatie kwam wat langzaam op gang. Maar uiteindelijk wist hij de kern te raken. Nu eens niet het verschil tussen ‘digital natives’ versus ‘digital immigrants’ maar tussen (min of meer ouderwetse) modernisten (wij dus) en postmodernisten (dé, nou ja, een deel van de jeugd).
Langzaam maar zeker werd in een treffende, verhalende trant het groeiende verschil duidelijk gemaakt tussen deze twee generaties. Kenmerkende verschillen tussen modernisten en postmodernisten zette hij neer in een reeks van tegengestelde wereldbeelden. Zo gaan modernisten uit van oorzaak en gevolg, van een verklaarbaar universum dat wordt gepresenteerd als ‘de waarheid’. Succes als doel, een verhaal waar we deel van uitmaken. Voor veel jongeren klopt dat beeld helemaal niet. Zij denken meer in kansen, zien de wereld om hen heen niet als iets mechanisch en verklaarbaars maar als een persoonlijke perceptie. ‘Jouw waarheid is een andere dan de mijne, ik ben geen deel van een groter verhaal, ik schrijf mijn eigen verhaal. Succes is afhankelijk van wat anderen van je vinden, ik wil een leven dat betekenis heeft voor mij, niet waar anderen betekenis aan geven’.
Jongeren met een dergelijke perceptie wantrouwen de instituties om hen heen. Die zijn er om gebruik van je te maken, die beschouwen je als een nummer, als de magneetstrip aan de achterkant van een creditcard. ‘Waarom zou ik gaan stemmen? Of bloed geven? Of leren omdat een leraar zegt dat dat moet?’
Shugarth wil de mensen in zijn organisatie ervan doordringen, dat elke individuele student er toe doet en dus authentiek benaderd moet worden. Geen brieven van ‘de afdeling financiën’, maar van een persoon met wie je contact kunt opnemen. Geen gesprekken met een persoon die op basis van een nummer iets intikt in scherm waarvan alleen hij kan zien wat daar op vermeld staat.
Hij streeft ook naar overzichtelijke, persoonlijke leercommunities, waar studenten en medewerkers elkaar kennen en belangstelling hebben in elkaar.
En regels zijn hulpmiddelen maar moeten rekbaar zijn want ze passen nou eenmaal niet op elke situatie. Daar moeten zijn medewerkers naar handelen. Een incident waarbij een student geholpen kon worden door de regels een klein beetje op te rekken maar waarbij de medewerkers zich verstopten achter ‘sorry, maar regels zijn regels’, maakte hem duidelijk dat er nog wel wat nodig is om zijn mensen daarvan te doordringen.
Mooie eindquote: ‘Vergeef je studenten dat ze niet zijn wie je verwacht had dat ze zouden zijn’.
Jef van den Hurk
De aftrap van de conferentie maakte duidelijk dat er sprake is van twee centrale thema’s. Het officiële thema ‘Netwerken’ werd door alle sprekers (Luc Verburgh, Jan van Zijl, Marja van Bijsterveldt en Coen Free) benadrukt. Dat was niet aan dovemansoren gericht: In het netwerk van gangen werd tussen de presentaties door en na de laatste presentatie uitgebreid genetwerkt.
Met name de keynote speaker Sandy Shugarth, president van het Valencia Community College in Orlando, hamerde op het tweede thema: het draait allemaal om studenten. En niet zomaar studenten, nee elke student als uniek persoon met een persoonlijke behoefte om gekend, herkend en erkend te worden.
Zijn met muziek en poëzie omlijste presentatie kwam wat langzaam op gang. Maar uiteindelijk wist hij de kern te raken. Nu eens niet het verschil tussen ‘digital natives’ versus ‘digital immigrants’ maar tussen (min of meer ouderwetse) modernisten (wij dus) en postmodernisten (dé, nou ja, een deel van de jeugd).
Langzaam maar zeker werd in een treffende, verhalende trant het groeiende verschil duidelijk gemaakt tussen deze twee generaties. Kenmerkende verschillen tussen modernisten en postmodernisten zette hij neer in een reeks van tegengestelde wereldbeelden. Zo gaan modernisten uit van oorzaak en gevolg, van een verklaarbaar universum dat wordt gepresenteerd als ‘de waarheid’. Succes als doel, een verhaal waar we deel van uitmaken. Voor veel jongeren klopt dat beeld helemaal niet. Zij denken meer in kansen, zien de wereld om hen heen niet als iets mechanisch en verklaarbaars maar als een persoonlijke perceptie. ‘Jouw waarheid is een andere dan de mijne, ik ben geen deel van een groter verhaal, ik schrijf mijn eigen verhaal. Succes is afhankelijk van wat anderen van je vinden, ik wil een leven dat betekenis heeft voor mij, niet waar anderen betekenis aan geven’.
Jongeren met een dergelijke perceptie wantrouwen de instituties om hen heen. Die zijn er om gebruik van je te maken, die beschouwen je als een nummer, als de magneetstrip aan de achterkant van een creditcard. ‘Waarom zou ik gaan stemmen? Of bloed geven? Of leren omdat een leraar zegt dat dat moet?’
Shugarth wil de mensen in zijn organisatie ervan doordringen, dat elke individuele student er toe doet en dus authentiek benaderd moet worden. Geen brieven van ‘de afdeling financiën’, maar van een persoon met wie je contact kunt opnemen. Geen gesprekken met een persoon die op basis van een nummer iets intikt in scherm waarvan alleen hij kan zien wat daar op vermeld staat.
Hij streeft ook naar overzichtelijke, persoonlijke leercommunities, waar studenten en medewerkers elkaar kennen en belangstelling hebben in elkaar.
En regels zijn hulpmiddelen maar moeten rekbaar zijn want ze passen nou eenmaal niet op elke situatie. Daar moeten zijn medewerkers naar handelen. Een incident waarbij een student geholpen kon worden door de regels een klein beetje op te rekken maar waarbij de medewerkers zich verstopten achter ‘sorry, maar regels zijn regels’, maakte hem duidelijk dat er nog wel wat nodig is om zijn mensen daarvan te doordringen.
Mooie eindquote: ‘Vergeef je studenten dat ze niet zijn wie je verwacht had dat ze zouden zijn’.
Jef van den Hurk
Een reactie plaatsen
<< Startpagina