De ballenbak in de praktijk
Binnen 'MBO-land' is de 'ballenbak' vooral bekend als de aanpak van ROC De Leijgraaf om meer flexibel onderwijs vorm te geven. Het concept bestaat al een paar jaar, en ik was benieuwd welke ervaringen De Leijgraaf er tot dusver mee heeft opgedaan. Vandaar dat ik tijdens de tweejaarlijkse managementconferentie van het Consortium voor Innovatie de workshop van directeur Onderwijs & Ontwikkeling John Schobben over dit onderwerp heb bijgewoond.
Het concept van de ballenbak wordt via dit filmpje uitgelegd. Uitgangspunt is dat leerroutes zijn opgebouwd uit een aantal onderdelen ('ballen') die bestaan uit:
- Buitenschools praktijkleren (zeg maar stage).
- Binnenschools praktijkleren (bijvoorbeeld via het opleidingshotel Dormylle).
- Binnenschools ondersteunen (o.a.theorie).
De Leijgraaf streeft er naar dat leerlingen 60 minuten per uur bezig zijn met de beroepspraktijk.
Het onderwijsprogramma volgt een trimesterindeling. John gaf aan dat deze standaard in periodisering heel belangrijk is om keuzemogelijkheden te realiseren. Verder is 50% van het onderwijs kwalificatiedossiergebonden, wordt 30% van het programma in samenwerking met het regionale bedrijfsleven ingevuld en bestaat de overige 20% uit vrije keuzeruimte. Voorbeelden van 'vrije keuze ballen' zijn:
- Mediavormgever audiovisueel.
- De ondernemende houding.
- Mountainbike instructeur.
- Forensische ICT.
Een aantal zaken vielen me tijdens deze workshop op.
- De Leijgraaf wil bij de invoering van CGO geen blauwdruk nastreven, maar een ontwikkelweg volgen. Bij een dergelijke ontwikkelweg is niet altijd vooraf duidelijk waar je uitkomt. Onderwijsgevenden willen echter graag vooraf weten waar de ontwikkeling heen leidt. Zij willen meer duidelijkheid. Dit is een duidelijk spanningsveld.
- Op dit moment worden de 'ballen' nog steeds binnen het kwalificatiedossier ontwikkeld. Leerlingen volgen nog steeds nauwelijk onderwijs bij andere afdelingen.
- De Leijgraaf heeft een redelijk 'zware' structuur opgezet voor de invoering van CGO. Opvallend daarbij is o.a. de actieve rol van de medezeggenschapsraad in dit proces, en een structureel overleg van middenmanagers. Ik vond het ook opvallend dat het College van Bestuur niet participeert in de stuurgroep CGO.
- Het in samenwerking met het bedrijfsleven ontwikkelen van onderwijs verloopt met wisselend succes. Opleidingshotel Dormylle -waar onder meer wort samengewerkt met een groot fittnesscentrum is bijvoorbeeld een groot succes. Binnen technische richtingen komt deze vorm van 'co-makership' veel moeizamer van de grond.
- De Leijgraaf neemt deel aan een groot aantal extern (mee)gefinancierde projecten. De samenhang tussen deze projecten is niet altijd even duidelijk aanwezig. Via een overkoepelend 'Horizon'-programma wordt hier aan gewerkt.
- Net zoals (bijna) elk regionaal opleidingencentrum worstelt De Leijgraaf ook met het vormgeven van de leerlogistiek (waarbij je dus niet volledig uitgaat van 100% vooraf gepland en geroosterd onderwijs). Men laat zich daarbij inspireren door Leren organiseren Van Waslander en Van Kessel.
- Het College van Bestuur gaat jaarlijks alle dertig teams langs om met hen in gesprek te gan over de invoering van CGO (per team een dagdeel).
- De invoering van CGO gaat gepaard met een intensief communicatietraject. Zo verschijnt er elke week een artikel over CGO in een interne publicatie. Achteraf realiseer ik me dat we tijdens deze workshop niet hebben gesproken over de vraag in hoeverre berichten m.b.t. CGO ook gelezen worden door onderwijsgevenden en leerlingen.
- Competentiegerichte examinering is volop in ontwikkeling. Het elektronisch portfolio speelt hierbij een belangrijke rol.
- De Leijgraaf gaat uit van multicycle prototyping. In normaal Nederlands betekent dat dat je je onderwijsprogramma elk jaar evalueert en bijstelt. Voor onderwijsontwikkelaars kan dat een frustrerend proces zijn. Belangrijk hierbij is dat je duidelijk communiceert dat onderwijsontwikkeling een permanent ontwikkelproces is.
- De Leigraaf besteedt veel aandacht aan onderzoek om de invoering van CGO te monitoren. Enerzijds quick and dirty onderzoek (via niet representatieve interviews). Anderzijds door middel van wetenschappelijk onderzoek.
Een reactie plaatsen
<< Startpagina