Willem-Jan van Rooijen, informatiemanager op Wellantcollege
Titel presentatie:
AIDA: alle docenten primadonna’s?
1. Hoe bent u in het onderwijs terecht gekomen?
Ik heb zelf nooit lesgegeven. Na mijn studie wiskunde aan de universiteit van Groningen heb ik wel mijn lesbevoegdheden gehaald voor wis- en natuurkunde en heb stages gelopen, dus de affiniteit was er. Maar er ‘moest’ te veel naast het lesgeven en de zakelijke markt met zijn mogelijkheden trok. Mijn achtergrond is dus de zakelijke dienstverlening: klanten helpen met ICT-oplossingen; hun vragen in beeld brengen. Ik ben bij toeval 5 jaar geleden via een interim-opdracht als Hoofd ICT bij een onderwijsinstelling terecht gekomen. Sinds 3 jaar werk ik als Informatiemanager bij Wellantcollege. Hier bemoei ik me met alles waar ICT bij betrokken is, dus op het gebied van onderwijs én bedrijfsvoering. Ik ben, samen met een collega, een tussenpersoon tussen de gebruikers in onze organisatie en de afdeling ICT. We zoeken naar oplossingen voor medewerkers, leerlingen en ouders. Wij proberen aan te sluiten bij hun behoeften.
2. Wat is het verhaal achter uw presentatie?
In het project AIDA kregen de medewerkers van de vestiging Westvliet in Den Haag de beschikking over een A5 laptop met draadloze verbinding en aangepaste applicaties met een geleide navigatie. Het project beoogt de tijd te verminderen die o.a. de docenten voor hun administratieve werkzaamheden nodig hebben en wil hen op elk moment van betrouwbare informatie voorzien uit het leerlingvolgsysteem zodat zij meer tijd overhouden voor het ‘echte’ werk.
Het is op maat gemaakt aan de hand van de input uit brainstormsessies met de medewerkers zelf, aan het begin van het project. De medewerkers profiteren hiermee van de mogelijkheden van de nieuwe technologieën. Het project AIDA sluit aan bij de visie van Wellantcollege. ICT is een goed hulpmiddel om de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsvoering op Wellantcollege te verhogen. Het is een uitdaging om ICT zo goed mogelijk te gebruiken in het onderwijs.
3. Wat wilt u dat er bij de mensen blijft hangen na uw presentatie; wat is uw boodschap?
Ik hoop dat men met dit idee in de eigen instellingen aan de slag gaat en dat men inziet dat er niet zo veel voor nodig is. Niet bang zijn voor de techniek. De docent in een vroeg stadium betrekken levert rendement op; het is een meerwaarde.
Kom kijken, kom halen, kom delen!
4. Hoe staat het met uw netwerk(en)?
Netwerken zijn onmisbaar in het onderwijs. Gezamenlijk kan men meer bereiken dan als individuele instelling. Men moet delen. Uiteindelijk gaat het om goed lesgeven.
5. Wat is uw belangrijkste netwerk?
De ROC-I Partners zijn mijn belangrijkste netwerk. De leden komen frequent bij elkaar. De kern is dat we elkaar ook privé goed kennen; er is vertrouwen opgebouwd. Het is een groep van mensen met dezelfde vragen en problemen. Uitwisselen, halen en brengen, is in deze groep goed mogelijk.
6. Wat is uw grootste passie naast het onderwijs?
Sport! Zelf doe ik aan bridge en tennis op wedstrijdniveau. Verder kijk ik naar alle sportuitzendingen op wedstrijdniveau op TV en op Internet en lees ik de verslagen in de krant.
7. Met wie zou u het liefst een goed gesprek willen voeren?
Ik zou graag een goed gesprek voeren met Johan Cruyff. Vanwege zijn zichtbare vaardigheid om zaken van een andere kant te benaderen en simpel neer te zetten. Hij kan analyseren en van iets groots terugkomen tot de kern. Ik zou hem willen vragen om na te denken over de kern van het onderwijs. Onderwijs is ook een teamsport. Zijn er parallellen tussen een team van spelers en de schoolorganisatie? Kunnen dezelfde eisen gesteld worden? Hoe herken je talenten en hoe kun je talenten en team samen goed laten functioneren en tot bloei laten komen?
8. Met wie zou u een dagje willen ruilen?
Ik zou wel een dagje willen ruilen met de scheidsrechter die de finale van de WK fluit, natuurlijk op die dag zelf! De sfeer en de spanning voelen! De wedstrijd goed fluiten en succesvol laten verlopen.
Daarnaast zou ik ook wel willen ruilen met minister Plasterk om te zien en te voelen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn op dat niveau van sturing. Maar ook om daar dan neer te leggen waar de kern zit: Laat de mensen het doen, ze doen het goed. Het ministerie bemoeit zich te veel.
9. Wat wilt u nog meer kwijt?
Niets, het meeste is gezegd.
10. Netwerktip voor deelnemers
Een reactie plaatsen
<< Startpagina